Voorwoord nieuwsbrief november havo/vwo

Van de schoolleiding havo/vwo

Ik zat me pas af te vragen of er veel is veranderd in het voortgezet onderwijs de afgelopen 30 jaar. Ik zag mijn eigen middelbare school in Zutphen weer voor me. Ik dacht aan de docenten die ik graag mocht en aan de docenten waar ik niet zo’n chemie mee had. De fietstochten door de barre winters die er in mijn herinnering toen veelvuldig waren, met een zware schooltas op de bagagedrager en mijn walkman om die lange fietstochten draaglijk te maken. Ook gingen mijn gedachten naar het papierprikken dat als strafmiddel werd ingezet. Ik dacht aan de schoolborden en de docenten die daar ingewikkelde wiskundige uitwerkingen op maakten. Een enkele docent gebruikte een overheadprojector om de instructie te ondersteunen. Computers en mobiele telefoons waren er niet. We werkten op papier, van toets naar toets en tussen de toetsen door kon je het wat rustiger aan doen.

Van krijtbord naar smartbord

Dan is het onderwijs anno 2018 toch anders. Elk klaslokaal is voorzien van een smartboard. Veel leerlingen hebben telefoons die ze bij aanvang van de les in de telefoontas deponeren. Leerlingen uit de onderbouw hebben chromebooks, maar niet allemaal, omdat daarin de afgelopen jaren een keuze is gemaakt. Er zijn computerlokalen waar leerlingen digitale opdrachten uitwerken of in een tussenuur voor zichzelf werken. 

Alleen de inrichting van de lokalen lijkt eigenlijk nog wel erg op hoe mijn eigen klaslokalen er vroeger uitzagen. De bankjes staan nog in rijen van twee, waarbij de leerlingen naar voren kijken en de docent naar achteren, de klas in. Er gaat een bel en daarna vullen de gangen zich totdat vijf minuten later de volgende les begint en de school weer een oase van rust is. Zo bezien is er eigenlijk niet veel veranderd in die 30 jaar.

Hoe ziet ons onderwijs er de komende 10 jaar uit?

Hoe gaat ons onderwijs er in de komende 10 jaar uitzien? Dat zijn we nu als schoolleiding aan het bepalen, ondersteund door docenten in werkgroepen en op studiedagen. Op de studiedag van 1 november vertelde Maurice van Werkhooven ons ‘Waarom toetsen niet werkt’. Maurice is zelf jarenlang docent geweest en nu alweer 20 jaar onderwijsadviseur met landelijke bekendheid. Hij vertelde dat uit onderzoeken blijkt dat als leerlingen voor een toets leren, zij binnen twee weken 80% van het geleerde weer zijn vergeten. Dat vergeten gebeurt veel minder als er actief met de geleerde stof is gewerkt in opdrachten of toepassingen in projecten. Zijn verhaal schudde ons wakker.

Ik wil niet zeggen dat we gelijk gaan twijfelen aan ons onderwijs. We scoren op bijna alle indicatoren goed, onze leerlingen en ouders geven in tevredenheidsonderzoeken doorgaans een dikke voldoende voor ons onderwijs en we hebben een zeer prettige sfeer en goede omgangsvormen met elkaar. En toch kan de vraag zijn: kunnen we het beter doen?

 

Inzet van chromebooks

Als schoolleiding denken we dat er ontwikkelingen zijn waar we werk van moeten maken. Zo zouden we na een pilot van drie jaar met chromebooks graag zien dat meer leerlingen en meer leerjaren daarover beschikken. Zodat we nog meer uit een les kunnen halen. We willen dat de nieuwe eerstejaarsleerlingen allemaal over een chromebook beschikken. Daarnaast zoeken we naar mogelijkheden om ook in andere leerjaren alle leerlingen over een chromebook te laten beschikken. Daarover gaan we in december en januari in gesprek met ouderklankbordgroepen. We willen verkennen op welke manier we dat voor elkaar kunnen krijgen.

Dan over het toetsen. We denken dat formatief evalueren een deel van de toetsen kan overnemen. Niet allemaal natuurlijk; we blijven met cijfers en rapporten werken. We denken dat het vooral belangrijk is dat een leerling zelf weet waar het goed gaat en waar er extra aandacht nodig is. De leerling kan dit inzicht krijgen door meer te reflecteren op het eigen werk, vaker voortgangstoetsjes te maken die niet worden becijferd en ook regelmatig feedback van docent en medeleerlingen te ontvangen. Met dat inzicht kunnen de reguliere toetsen beter worden voorbereid.

Maatwerk: leerlingen de mogelijkheid bieden zelf een programma samen te stellen

Een andere manier om de verschillen die er tussen leerlingen zijn te respecteren, is het invoeren van maatwerk. Niet elke leerling heeft voor hetzelfde vak evenveel lestijd nodig. Een snelle leerling kan eerder naar een ander onderwerp over, terwijl een minder snelle leerling baat heeft bij herhaling. Ook heeft niet iedere leerling dezelfde interesse. Daarom zal maatwerk ook de mogelijkheid bieden om een deel van het programma zelf te kiezen. Leerlingen kunnen elke periode een module kiezen die hen aanspreekt en, bijvoorbeeld, een goed beeld  geeft van het te kiezen profiel in leerjaar 4.  Dit maatwerk-onderwijs zijn we in het huidige schooljaar aan het uitwerken en voorbereiden en we willen daar vanaf volgend schooljaar gefaseerd mee beginnen.

Tot slot willen we als schoolleiding een langere lesduur invoeren. Nu zijn onze lessen 50 of 45 minuten lang. We denken aan een lesduur van 75 minuten. Redenen hiervoor zijn: meer rust in de school, meer tijd en ruimte voor maatwerk binnen de klas en ook meer aandacht voor de relatie tussen docent en leerling.  Docenten gaan zich op latere studiedagen dit schooljaar voorbereiden op een langere lesduur,  waarbij variatie in werkvormen en het geven van feedback belangrijke onderdelen zijn.

Wij houden u uiteraard goed op de hoogte van de ontwikkelingen en in elk van deze ontwikkelingen is de medezeggenschapsraad onze partner waaraan we de voorstellen en voorgenomen besluiten gaan voorleggen. U hoort nog van ons.