Onze docenten richten hun lessen in met een starter, kop, romp en staart. Deze cyclus kan zich binnen één les afspelen, maar ook over enkele lessen uitgespreid. Met de starter zet de docent de leerlingen ‘aan’. In de kop legt hij het les­ en/of leerdoel uit. De romp is bedoeld voor verwerking en toepassing van de lesstof. In de romp krijg je uitleg en zet de docent activerende werkvormen in die jou en je klasgenoten stimuleren om de lesstof te verwerken. Ook is er gelegenheid om samen te werken. De staart is een afronding waarbij je checkt hoe het is gegaan en of de doelen zijn bereikt. De docent zet allerlei meetmomentjes in om informatie te krijgen over je vorderingen. Zo ontdek jij ook waar je staat en wat je nog nodig hebt.